Over de Automatische tekeningen van Harm van den Dorpel
Wanneer ik iets mysterieus zie, wil ik weten hoe het in elkaar steekt. Als na bestudering blijkt hoe het werkt en het mysterieuze blijft alsnog bestaan, kan ik er eindeloos naar kijken.
De werken van Harm van den Dorpel lijken niet op iets of iemand, maar ze hebben wel iets esthetisch. Ze zijn kleur en vorm zonder opgelegde betekenis. De kleurstellingen, regelmatigheden en variaties zijn bevallig als die van een ornament. Visuele ritmes, herhalingen en sprongetjes spiegelen zich in je brein, ontketenen gedachten en stimuleren duizend-en-één associaties.
De Automatische tekeningen hebben geen horizon en geen conventioneel perspectief. De laagjes waar ze uit opgebouwd zijn doen denken aan een plattegrond of satellietfoto. Hun lijnen en arceringen lijken op patronen die worden gebruikt in herkenningssoftware, dezelfde soort grids als waarmee surveillance-programma’s beelden analyseren en waarmee foto-apps op je telefoon je vrienden herkennen. Die blik van software is gebaseerd op de vergelijking met van tevoren gedefinieerde patronen. Grafische vormen worden in die toepassingen gebruikt om mensen of voertuigen te identificeren, classificeren en supprimeren. In de tekeningen staan zulke vormen op zichzelf. Ze zijn zowel representatie als ornament. Ze kunnen, ontdaan van hun reguliere betekenis, een nieuwe betekenis krijgen. Ze verbeelden juist die dingen die software niet kan herkennen: oncategoriseerbaarheid, toeval, intuïtie. Dit is hoe software naar de wereld zou kijken als het vrij kon rondneuzen. De tekeningen bekijken is terugkijken naar de applicaties die jou de hele dag vrijwel ongemerkt in de gaten houden.
Vijf jaar geleden zag ik het mysterieuze in het werk van Harm van den Dorpel voor het eerst. Ik stond in zijn atelier in Berlijn, temidden van prints, glazen kubussen en sculpturen van epoxyhars. Van den Dorpel was begonnen zijn beelden die hun oorsprong vonden in de computer in een nieuwe, fysieke en geheimzinnige beeldtaal uit te werken.
Op de computer schrijft hij zijn eigen algoritmes, zijn eigen programma’s en hij maakt daarmee zijn eigen gereedschap. Algoritmes zijn series opeenvolgende, geautomatiseerde taken en berekeningen. Het woord algoritme kreeg de moderne betekenis in de 19e eeuw, maar komt van al-Khārizmī, de naam van een Perzische wiskundige en astronoom die werkte in het Baghdad van duizend jaar daarvoor.
Het lijkt bij de werken van Van den Dorpels vaak alsof ze met de hand zijn gemaakt, maar machinefuncties produceerden de composities. Anders dan je zou verwachten kiest hij zelf geen kleur, versleept hij geen lijn, trekt hij geen streep. Bij veel van zijn werk komt er geen hand in de buurt tijdens de totstandkoming. De kunstenaar typt codes op een toetsenbord. Het materiaal waar hij zijn vingers in doopt, bestaat uit data, functies en randvoorwaarden. Er zit afstand tussen de maker en het werk en toch draagt iedere lijn zijn persoonlijke signatuur. Harms handen schrijven van een afstand algoritmes. Zo komt zijn handschrift tot stand, zo blaast hij leven in zijn werk. Het zijn tekeningen die worden gemaakt door een onzichtbare hand.
De afstand tussen schepper en product, tussen hand en hoofd, tussen bedenker en uitvoerder, tussen specialist en consument, tussen investeerder en arbeider groeit overal. Mensenlevens worden steeds kunstmatiger. Met technologie dammen we de natuur in. Maar het levendige van Van den Dorpels artificiële beelden getuigt ervan dat die tweedeling bedrieglijk is. Techniek is onderdeel van de natuur. Het is de kunstenaar die het materiaal kiest, de rastering en de uiteindelijke selectie. Bij de robots die zijn Automatische tekeningen maken, blijft hij in de buurt om ze te corrigeren wanneer het beeld hem niet spannend genoeg is. Computers kennen alleen willekeur en mensen zien overal betekenis in. Al Van den Dorpels werken spelen met de spanning daartussen. Ook wanneer computerprogramma’s, datasporen en algoritmes steeds meer de wereld structureren staan er mensen aan het roer; de auteurs van de algoritmes. Zij maken fouten. En schoonheid.
Ik zie de geautomatiseerde tekeningen graag als plattegronden van maatschappelijke processen. In hun patronen kun je dingen herkennen als de opkomst van sociale netwerken, de uitwaaierende datasporen van je mobiel, de vliegroutes van drones en de lievelingsweggetjes van zelfrijdende auto’s. De complexe figuren weerspiegelen het scala aan productieprocessen, samenwerkingsverbanden en goederen- en informatiestromen dat nodig is om een viltstift terecht te laten komen in het atelier van een kunstenaar in Berlijn. Van den Dorpel gebruikt elementen uit alle fases van die grotere processen voor zijn verschijningen. Plezier, experimenteerdrift en toewijding zijn daarin even belangrijk als constructie, efficiëntie en techniek.
Harm van den Dorpel maakte werken voor talloze tentoonstellingen waaronder in het MoMa PS1 in New York, maar veel van zijn projecten zijn online te volgen. Sterker nog, ze ontkiemen op het internet. Daar cultiveert hij zijn projecten en je kunt meekijken hoe ze groeien. En net zoals bij sociale netwerken wordt jouw aanwezigheid gebruikt zonder dat je het merkt. Terwijl je kijkt, klikt en scrollt, beïnvloed je de groeiprocessen van de werken, zoals kamerplanten het merken wanneer je ze aandacht schenkt.
De serie die wordt gevormd door de unieke, automatische tekeningen is niet in opdracht gemaakt voor een koning, paus of hedge fund manager, niet voor iemands plafond en niet als statiën voor een contemporaine kapel. Het is vrij werk. Net als bij de meeste kunstwerken die nu worden geproduceerd worden de ongeschreven wetten gevolgd van de markt, van het systeem van galerie, beurs, verzamelaar en museum. In hun grootte, aantal, medium en materialen zijn de werken grotendeels bepaald door de onzichtbare hand van de markt. Van den Dorpel heeft een manier gevonden om daarmee om te gaan, door die ontstaansvoorwaarden mede tot onderwerp te verheffen, zonder te blijven steken in oppervlakkige kritiek. Uit zijn werken spreekt een levensinstelling die vertrouwen en troost schenkt aan een verwarde, onrechtvaardige en amorele wereld.
Geen verhaal, geen portret en alleen een glimp van gelijkenis met bestaande herkenningspatronen. Nu ik begrijp hoe de werken ontstaan, bieden ze iedere keer als ik ze zie zicht op iets nog veel mysterieuzers: de afstand tussen product en schepper wordt steeds groter tot die onoverbrugbaar lijkt, en toch ademt iedere kleur, lijn en stip de aanwezigheid van de maker.